Wat gebeurt er met mijn auteursrecht na mijn dood?
Auteursrechten gelden tot 70 jaar na overlijden van de maker. Deze rechten gaan over op de erfgenamen, tenzij de maker dat anders regelt via een testament. Daarin kun je bijvoorbeeld één van de erfgenamen aanwijzen die bevoegd is om als vertegenwoordiger namens alle erfgenamen op te treden.
Anders dan bij het auteursrecht, komen de persoonlijkheidsrechten in beginsel te vervallen bij het overlijden van de maker. Persoonlijkheidsrechten beschermen jouw persoonlijke band met je werk. Deze zien onder meer toe op naamsvermelding en bescherming tegen ongewenste wijzigingen, verminking of aantasting van jouw werk. Wil je dat je erfgenamen deze rechten gaan uitoefenen, dan moet je dit dus uitdrukkelijk in een testament of codicil regelen. Met zo’n Codicil Persoonlijkheidsrechten kunnen erfgenamen zich nadrukkelijker verzetten tegen aantasting van je werk.
Een codicil is een handgeschreven document waarin je aan kan geven aan wie je je persoonlijkheidsrechten na overlijden overdraagt. Je kan ook specifieke goederen (bijvoorbeeld het schilderij met titel X) per codicil overdragen. Met een codicil kan je geen erfgenamen aanwijzen, je auteursrecht overdragen of bijvoorbeeld ál je werk overdragen (dat is niet specifiek genoeg). Het kan dus niet helemaal de rol van het testament overnemen, maar wel specifieke belangrijke zaken regelen als er toch gekozen wordt geen testament te laten opstellen.
Wat is belangrijk voor het codicil?
Het codicil moet handgeschreven, gedateerd én ondertekend zijn. Alleen het originele codicil is geldig, een foto of kopie is dat niet.
Voorbeeld van een codicil:
Ik, [je eigen naam], geboren op [geboorte datum], laat mijn persoonlijkheidsrechten (artikelen 25 AW, 5 WNR en 4:97 BW) na aan [naam ontvanger].
Datum: [datum ondertekening], Getekend: [Handtekening]
Zorg dat het codicil makkelijk te vinden is en licht degene die je persoonlijkheidsrechten ontvangt in. Zie ook de FAQ Erfrecht