Dossier Platforms
Op social media platforms worden dagelijks grote hoeveelheden auteursrechtelijk beschermde afbeeldingen gedeeld. Eerder was er geen wet die hiervoor iets regelde. Zo konden deze platforms jarenlang geld verdienen met onder andere advertentie-inkomsten, terwijl er veel materiaal – van onder andere beeldmakers – online werd gezet zonder toestemming en bijbehorende vergoeding. Dit wordt de “value gap” genoemd. Om deze “gap” te dichten is op Europees niveau wetgeving ontwikkeld en sinds 2021 is in de Auteurswet – kort gezegd – geregeld dat social media platforms verantwoordelijk zijn voor het materiaal dat binnen hun platforms wordt geplaatst en gedeeld. Zij hebben hiervoor dus toestemming nodig van de rechthebbenden. De platforms moeten in gesprek gaan met rechthebbenden van auteursrechtelijk beschermd materiaal om deze toestemming te krijgen. Pictoright onderhandelt op collectief niveau met sociale media platforms met het doel een vergoeding van de platforms te ontvangen en deze onder de aangeslotenen te verdelen. Je zou dit een soort ‘uploadvergoeding’ kunnen noemen. In dit dossier vind je meer over de achtergrond van deze wetgeving, de praktische aspecten van een toekomstige regeling en de status van de huidige onderhandelingen.
Waar gaat deze regeling over?
Bij sociale media heb je over het algemeen drie relevante partijen: de gebruikers die foto’s en filmpjes uploaden, de rechthebbenden op die foto’s en filmpjes en het platform waarop ze worden gedeeld. Uiteraard is een deel van dit gedeelde materiaal zelfgemaakt (de zogenaamde ‘privékiekjes’) en voor zover er geen werken van anderen in voorkomen, vallen deze privéfoto’s en -filmpjes over het algemeen buiten de discussie. Wanneer echter werk van professionele makers door gebruikers wordt gedeeld, is hier in principe toestemming voor nodig van de rechthebbenden. Voorheen was het zo dat gebruikers van sociale media vaak “gratis” gebruik konden maken van een platform, terwijl dit platform veel geld verdiende met advertenties en verzamelde data. De rechthebbenden, zoals fotografen en andere beeldmakers, ontvingen daarentegen niets.
Met de ‘uploadvergoeding’, die Pictoright wil innen op grond van Europese en nationale wetgeving, komt hier verandering in. Waar de grote techbedrijven zich eerder konden verschuilen achter oude wetgeving die hen de facto vrijpleitte voor alles wat er op hun platforms gebeurt, stelt de huidige wet dat platforms licenties moeten verkrijgen van de rechthebbenden voor gebruik van auteursrechtelijk beschermde content op platforms. Wat is erop tegen dat de platforms een bescheiden deel van hun (miljarden) inkomsten met de makers moeten delen?
De platforms hebben tot nu toe de discussie heel handig in een andere richting weten te duwen. Ze verzwijgen het doel van de richtlijn, namelijk dat ze moeten betalen (wat ze kennelijk niet willen), en verkondigen alleen dat ze zullen moeten gaan filteren (het zogenaamde ‘uploadfilter’) en dat het vrije internet gevaar loopt. Grote onzin. Als de platforms van goede wil zijn, dan betalen ze een deel van hun inkomsten aan de makers en kunnen de gebruikers gewoon verder gaan met delen. Er hoeft voor de gebruikers dan dus niets te veranderen.
De richtlijn wil het massale delen van auteursrechtelijk beschermde content op platforms nu op een wijze regelen die eerlijk is voor alle partijen: de (particuliere) gebruikers kunnen werken blijven posten en de platforms kunnen eraan blijven verdienen, maar moeten wel een deel van de inkomsten delen met de rechthebbenden.