Auteursrecht

Vrijwel elk werk dat een beeldend kunstenaar, fotograaf, architect, illustrator of ontwerper maakt, wordt beschermd door het auteursrecht. Op grond van dit recht kan de maker bepalen wat er met zijn werk gebeurt. De Auteurswet geeft hem daarvoor een aantal bevoegdheden. De maker beslist of een afbeelding van zijn werk in een publicatie kan worden opgenomen of op televisie of internet wordt vertoond. De maker mag zelf bepalen tegen welke voorwaarden hij toestemming verleent om zijn werk openbaar te maken of te verveelvoudigen. Bij het verlenen van toestemming mag hij een vergoeding vragen.

Overigens rust auteursrecht niet alleen op kunst van grote culturele waarde. Zolang er sprake is van enige originaliteit, dan is een werk al auteursrechtelijk beschermd. Na de dood van de maker gaat het recht over op de erfgenamen; pas zeventig jaar na zijn overlijden wordt het werk rechtenvrij. Om misverstanden te voorkomen: met ‘auteursrecht’ wordt hetzelfde bedoeld als met ‘copyright’. Ook ‘beeldrecht’ wordt vaak gebruikt voor auteursrecht op visuele werken. Deze term is gerelateerd aan de Stichting Beeldrecht, één van de organisaties die is opgegaan in Pictoright.

X

Wie bezit auteursrecht

In beginsel komt het auteursrecht toe aan de maker van een werk. Maar als het werk in dienstverband (loondienst) is gemaakt, dan ligt het recht bij de werkgever. Is een werk in opdracht gemaakt, dan kan het auteursrecht in uitzonderlijke gevallen bij de opdrachtgever liggen. Is het in gezamenlijkheid tot stand gebracht, dan hebben beide makers gezamenlijk het auteursrecht op het totale werk. Is het werk daarbij te scheiden (bijvoorbeeld een schrijver en illustrator maken samen een boek), dan ligt het auteursrecht op de afzonderlijke bijdragen bij de degene die dat deel heeft gemaakt; de illustrator heeft het recht op de afbeeldingen, de schrijver het recht op de tekst. Overigens kan men schriftelijk andere afspraken maken over de rechtenverdeling.